Ga naar de inhoud

Van 10 november tot en met 10 december 2016 werkt Malou van Doormaal in verzorgingshuis De Taling (’s-Hertogenbosch) aan ingrepen die leefpatronen doorbreken. ‘Ik stel mezelf voor als kunstenaar, om me te onderscheiden van verzorgenden, schoonmakers en vrijwilligers, die vastomlijnde taken hebben. Hoe kan ik vanuit mijn rol een bijdrage leveren aan de zingeving van het leven van mensen hier?’

Regie uit handen geven
‘Iedereen heeft een heel leven achter zich, met kinderen, werk, pijnlijke en gelukkige dingen,’ vertelt Malou. ‘En dan komt opeens het moment dat je hier in het verzorgingshuis zit. Je krijgt een slabbetje om bij het eten. Je kan niet meer goed lopen. Mensen hier zijn het leven aan het loslaten.’ Het is een confronterend contrast met haar eigen leven: ‘Ik kom en ga weer weg. Maar als je hier eenmaal woont, dan geef je die regie uit handen. Dan ben je afhankelijk van verplegers, verzorgers en een kok. Dat is niet altijd erg. Ik was laatst bij een klassieke-muziek-luistermiddag. Mensen genieten daar intens van.’ Maar Malou wijst ook achter zich. ‘Daar zit een vrouw alleen. Net zat de tafel vol, maar iedereen is weg want het koffieuurtje is voorbij. Deze vrouw blijft altijd zo achter, omdat ze vanwege haar rolstoel moet wachten tot ze wordt opgehaald. Ze kan het niet zelf.’

Urgentie
Hoe in deze context als kunstenaar aan de slag te gaan? ‘Ik wil eerst laten weten dat ik hier ben. Veel mensen komen hier samen in het atrium, maar sommige mensen blijven ook alleen op hun eigen kamer. Daarom heb ik iets gemaakt waarmee ik rond kan rijden.’ Tegen een grote niervormige plantenbak staat een geschakeld bouwsel van een oude rolstoel, een rollator en een postoel zonder po. Over een liggend rolstoelwiel hangt een gehaakt kleedje. ‘Mensen vragen: “Is dat nou kunst?” Het is een ding om contact te maken. En dat gebeurt. Mensen kennen me nu wel. Maar als ik terugkijk op mijn eerste dagen hier ben ik er eigenlijk best wel van in de war. Wat kan ik hier toevoegen? Wat is zinvol om te doen? Hoe vorm ik die verwarring om tot artistieke kwaliteit? Maar de urgentie is me wel duidelijk: hoe is er meer mogelijk als er door de beperkende werking van ouderdom steeds minder kan?’